Harsh Ahlawat is Partner Manager bij Eonics en heeft dagelijks te maken met partners en recruiters die eventueel nieuwe collega’s voor het bedrijf kunnen aanbieden. Harsh: ‘De markt is helemaal uit de hand gelopen. De fee die we voor een developer moeten betalen is verdrievoudigd en kan wel oplopen tot inmiddels 25.000 euro. Dat frustreert me enorm want dit soort bedragen zijn onbetaalbaar voor ons maar kunnen gevraagd worden vanwege de schaarste in de markt. En dit is eigenlijk al meer dan een jaar aan de gang en het einde is nog niet in zicht.’
Harsh probeert het liefst direct met een kandidaat in contact te komen. ‘Dat kan via onze website of op LinkedIn. Ook hebben we diverse campagnes op de sociale media en ik vraag me wel eens af of developers op zoek naar een nieuwe baan daar wel genoeg naar kijken. Het is namelijk niet vanzelfsprekend dat zij via een recruiter de baan krijgen die ze willen. Als er een kandidaat is die zich direct heeft aangemeld zal het bedrijf daar vanwege de kosten altijd eerder voor kiezen. Developers worden tegenwoordig ook een soort van lastig gevallen met een dagelijks bombardement van aanbiedingen. Ik raad ze aan bijvoorbeeld eens naar een hack night of een andere sociale bijeenkomst van gelijkgestemden te gaan. Daar kun je nieuwe topics leren kennen maar ook praten met andere developers.’
Om nieuwe collega’s te vinden maakt Harsh ook gebruik van no cure no pay en dat bevalt hem wel. ‘Dit is een simpele manier want ik ontmoet de kandidaat en voldoet hij aan ons profiel dan nemen we hem aan en betalen we daarvoor. Dit is beter dan geld betalen aan partners die beloven een aantal kandidaten per jaar te leveren maar waar soms niks uitkomt. Dit kost ons alleen maar geld. Ik sta open voor suggesties hoe we zelf andere initiatieven kunnen opzetten om goede developers te vinden. Zelf denk ik ook aan het zoeken van developers op meerdere platformen dus niet alleen op LinkedIn en onze website. Het zal voorlopig wel een dilemma blijven want de schaarste op deze competitieve markt is helaas nog lang niet voorbij.’
